maandag 21 januari 2008

The 'R'-word

Nog een kleine zes weken en het grote New York avontuur mag voor mij beginnen. Drie maanden lang zal ik bij correspondent Erik Mouthaan stage lopen voor het RTL nieuws.

Tijdens de sollicitatie moest ik opboksen tegen Amerikanofielen, die zelfs, zo vertelde Mouthaan, de complete
Constitution konden oplepelen. En ik, die slechts tot “We the people…” kwam, wist direct dat ik nog veel over het o zo bijzonder land moest leren. Eén ding was meegenomen, mijn stageperiode valt in een verkiezingsjaar! Een groot deel van de verslaggeving zal dan ook gaan over bijvoorbeeld Obama die haast nooit een rode stropdas draagt. Iets waar Amerikanen zich oprecht druk over kunnen maken, want die rode das staat - net als een speldje van de Amerikaanse vlag die Obama nooit draagt - voor patriottisme. Is Obama soms niet trots op zijn land?

Mijn bureau ligt inmiddels vol met boeken over de hoofdrolspelers van de caucussen en primaries, zodat ik eind februari lekker voorbereid op weg kan. Maar afgelopen weekend realiseerde ik me ineens dat ik iets anders, wat vast en zeker het nieuws in maart, april en mei, ook zal gaan domineren, totaal over het hoofd heb gezien. Net als veel Amerikanen stak ik
mijn hoofd lekker in het zand. Want de recessie… die had ik niet zien aankomen. Natuurlijk, de huizenmarkt is een ramp. Uiteraard, de Amerikaanse economie is niet op en top. En jawel, dat de Verenigde Staten diep in de schulden zaten, wist zelfs ik. Toch viel het ‘R’-word hard op het dak.

Tijd voor verdieping dus. Een vriend wees me op de laatste uitzending van
Tegenlicht: “De dag dat de dollar valt”. Economisch verslaggever van het NRC Maarten Schinkel schreef een scenario van wat er zou kunnen gebeuren als de dollar plotseling valt. Een reëel verhaal, een prachtig scenario en nog nooit was koffiedik kijken zo spannend gebracht door de Nederlandse televisie. Toch bleef één ding steeds opvallen: Particulieren lenen te veel, de overheid heeft een tekort, het gaat slecht met de huizenmarkt en het bankwezen, maar de rest van de corporaties blijven het aardig doen. Ook de Wall Street Journal die ik vandaag op Amsterdam Centraal scoorde, beaamde dat en trok in twijfel wie de recessie nou het hardst gaat voelen. Worden het heel specifieke groepen die eronder lijden? Blijven de rijken gespaard? Of moeten we Schinkel geloven en gaan zelfs Japan en China hard onderuit wanneer Wall Street in crisis verkeert?

The Wall Street Journal kijkt ook terug naar de het verleden. Of we daar geruster van moeten worden is helemaal de vraag. De afgelopen vijfentwintig jaar heeft de VS twee recessies gehad. In 1991 en in en 2001. Die van 2001 viel volgens de kenners wel mee. Het Bruto Binnenlands Product nam toen slecht 0,4% af. Een schril contrast vergeleken met de recessie begin jaren ’90, die acht maanden duurde en van alles te maken had met – jawel – de huizenmarkt en kredietproblemen (de achilleshiel van de VS). Het BBP nam toen met 1,3% af. Volgens The Wall Street Journal zijn de problemen op de huizenmarkt momenteel vele malen groter dan in ’91. De opkomende recessie gaat hoe dan ook komen. En hij wordt heftig. Dat is een ding wat zeker is. Maar hoe heftig? Daar weet niemand. En ik kan nog zo hard op dit soort onderwerpen studeren. Goed voorbereid ben je nooit.

Laat maar komen, of gaan we voor
uitstel van executie?

Geen opmerkingen: